
uniek (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
1 waarvan er maar één is; = enig
Klinkt positief, toch, als je het zo ziet staan. Zo is er maar één. De tegenstelling van uniek is doorsnee, dat klinkt een pak minder positief. En toch heb ik het lang moeilijk gehad met het feit dat er maar één is zoals ik. Want ook ik ben uniek (en jij natuurlijk ook).
Doorgaan met lezen “Zo is er maar één”