Volgens mij is februari mijn minst favoriete maand. En dit jaar duurt ze dan ook nog een dag langer. Niet dat ik iets tegen die schrikkeldag op zich heb, hij mag al maar om de 4 jaar zijn hoofd tonen, dus ik wil niet discrimineren, maar laat het toch maar snel maart worden.
In februari is de gezelligheid van de feestdagen helemaal weg. Januari brengt meestal nog wat recepties, de kerstlichtjes hangen nog op veel plaatsen, je hebt vakantie gehad… En dan komt februari, zonder feestdagen, maar wel nog altijd donker, nat en koud. Mensen blijven binnen en er zijn nog niet veel leuke dingen te doen. En ik heb nood aan zon, aan buiten komen, aan dingen ondernemen.
Nu mag ik nog van geluk spreken dat alle feesten van het voorjaar dit jaar al vroeg vallen en we dus afgelopen weekend carnavalstoet hadden. Als sinds we klein zijn, is het een traditie dat mijn buurmeisje en ik samen gaan kijken. Ondertussen vooral om snoepjes te rapen voor haar dochtertje, maar ook gewoon omdat het niet anders zou kunnen, de traditie zit er te hard ingebakken.
Maar dat is nog maar een voorproefje. Ik wacht vol ongeduld op kermis, lente, Pasen en het zonnetje dat niet alleen voor mooi weer zorgt maar ook voor een beetje extra warmte zodat iedereen weer buiten komt en we weer wat leuke dingen kunnen gaan doen. Mijn agenda begint weer wat te duiden op een sociaal leven. Laat maart dus maar snel komen.