Verstrooide professor

Is het met een jaartje ouder te worden vorige week, dat mijn brein ineens dacht dat het nu een excuus heeft om wat minder goed te werken? Of ben ik gewoon heel erg toe aan vakantie (gelukkig vanaf morgen een weekend van 5 dagen). Ik weet het niet, maar ik sloeg er vooral heel veel naast vorige week. Een bloemlezing.

• Verjaren, dat is trakteren voor de collega’s. Liefst met zoetigheden. Dan kan een mens naar de winkel gaan, maar ik besloot zelf te bakken. Ik had namelijk een lekker receptje voor perzikentaart meegekregen uit Toscane, dus ik wou dat nog wel eens maken. Toen ik het deeg in de vorm goot, dacht ik al even dat er precies iets niet klopte. Maar kom, het zou wel goed komen. Dacht ik. Tot ik na 5 minuten bakken besefte dat de taart misschien toch lekkerder zou zijn mét boter. Echt jong, 5 ingrediënten en dan vergeet ik er nog één. Bij de cake die ik daarna bakte, vergat ik trouwens om de vorm na het invetten met boter ook nog even de bestrooien met bloem. Gelukkig proef je dat niet.
• Dan zit je een hele tijd te brainstormen met een vriendin over haar nieuwe zaak, over hoe ze reclame kan maken voor haar eerste wapenfeit. Je leeft helemaal mee. En als ze dan ineens begint over dat ‘het’ wel was meegevallen, val je compleet uit de lucht en weet je niet waarover dat gaat, omdat je totaal vergeten was dat het de dag ervoor zo ver was. Zelfs voor jongdementie ben ik nog wat jong he, niet?
• Soms ligt het ook gewoon een beetje aan andere mensen, die bijvoorbeeld gewoon in het midden van de Leien de straat overlopen of fietsen, zonder te kijken. En dan is een mens afgeleid. En dan rijdt je de Waaslandtunnel in. Terwijl je helemaal niet aan de andere kant van het water moet zijn. (In mijn verdediging, ze hadden de verkeerssituatie weer maar eens veranderd). Ik mag van geluk spreken dat ik dat niet in volle spits deed, want dan was ik zeker een half uur later op kantoor geweest.
• Verder waren er ook nog: het licht een hele nacht laten branden op de badkamer, 2 ongelijke oorbellen aandoen en inhoud (het naamwoord, niet het werkwoord) schrijven met dt

Deze week ben ik voorlopig wat beter bij zinnen. Want wie weet wat zou ik anders nog allemaal uitsteken.